Stichting vrienden van leeuwenbergh

(vervolg)

 

Leeuwenbergh werd in 2007 verbouwd. Vanaf 1 februari 2008 is het weer in gebruik. Leeuwenbergh werd in 1567 gesticht en is genoemd naar mevrouw Agnes van Leeuwenbergh die haar gehele vermogen naliet aan armen van dagen. Leeuwenbergh is eerst in gebruik als gasthuis, hoewel het was bedoeld als pesthuis (voor lijders aan de pest). Leeuwenbergh kent echter een rijke en gevarieerde historie en heeft Utrecht gediend in vele hoedanigheden. In 1672 vorderen de Fransen Leeuwenbergh als militair hospitaal. Zes jaar later wordt Leeuwenbergh door brand verwoest. Ook na herbouw blijft Leeuwenbergh dienstdoen als gasthuis. Totdat het gebouw vanaf het eind van de 18e eeuw andere functies gaat vervullen. Tijdens de oorlog met Frankrijk wordt Leeuwenbergh stadsbezit en omgebouwd tot kazerne. In 1844 vragen de curatoren van de Utrechtse Hogeschool aan het stadsbestuur om Leeuwenbergh te bestemmen tot laboratorium van de Faculteit Scheikunde. Na bijna 60 jaar komt het gebouw weer in het bezit van de stad en wordt het gebruikt als tentoonstellingsruimte. In 1908 staat de stad het gebouw opnieuw in bruikleen af aan de universiteit. Ditmaal wordt het in gebruik genomen door de Faculteit der Farmacologie. De universiteit opent in 1929 'Nieuw Leeuwenbergh' aan de Vondellaan en verhuist de faculteit. Na restauratie en verbouwing bood Leeuwenbergh sinds 1930 onderdak aan de Utrechtse afdelingen van de Vereniging van Vrijzinnige Hervormden en de Vrijzinnige Geloofsgemeenschap NPB, kortweg de Leeuwenberghgemeente. In 1954 wordt onder supervisie van Nobelprijswinnaar Albert Schweitzer het prachtige sleeplade-orgel gebouwd door de Nederlandse orgelmaker Flentrop en geplaatst in de grote zaal van Leeuwenbergh.

 

De Culturele Commissie Gertrudiskathedraal organiseert regelmatig concerten en lezingen in de Ste. Gertrudiskathedraal en de nabijgelegen schuilkerk.